Wetgeving inzake identiteitswijziging
Het paradijs gaat gewoon over jezelf zijn.
Oorsprong van de burgerlijke staat
Onder de "Republiek", in het oude Rome, is de "Cens" de graaf die de basis blijft van de burgerlijke staat en die authentiek is in geval van een juridisch probleem. De inschrijving gebeurde echter op eenvoudige aangifte, zonder enig bewijsstuk. Alleen de onwaarschijnlijkheid van de verklaring zou haar in twijfel kunnen trekken.
Regelmatige rapportage van geboorten en sterfgevallen in Rome dateert traditioneel uit de dynastie van Etruskische koningen onder "Servius Tullius". Het lijkt erop dat deze officiële geboortedienst, met als middelpunt de tempel van Juno Lucina, onder de Republiek werd voortgezet.
Het bestaan van een "officiële statistiek" van geboorten in de stad Rome is sinds de 1e eeuw voor Christus bevestigd en heeft zijn plaats in het officiële openbare tijdschrift van Rome, de "Acta Urbis". Deze geven het totaal aantal geboorten per dag en per geslacht.
En in België ?
In wat nu België is, werd de burgerlijke stand opgericht in 1796 na de annexatie van de Oostenrijkse Nederlanden door Frankrijk. In 1804 voerde Napoleon het Napoleontische Burgerlijk Wetboek in, dat tot 1954 van kracht bleef.
In deze code staat niets gepland over transgenders. Mensen die hun burgerlijke staat wettelijk wilden laten wijzigen, waren onderworpen aan de goodwill van een rechter van de rechtbank van eerste aanleg die de mogelijkheid had om de verandering van identiteit te accepteren of te weigeren zonder opgaaf van een geldige reden.
De weigeringen waren vaak gemotiveerd door pseudo-verstoringen van de openbare orde, meer denkbeeldig dan reëel, voortkomend uit de intieme overtuiging van de magistraat die beïnvloed was door de joods-christelijke en patriarchale organisatie van de Belgische samenleving.
Twee wegen zijn in de loop van de tijd met wisselend succes gebruikt: juridische stappen om de geboorteakte te corrigeren (waarbij een fout wordt vastgesteld bij het opstellen van de akte) en staatsacties (die veronderstellen dat het bewijs wordt geleverd van een volledige en onomkeerbare geslachtsverandering gekoppeld aan een " onweerstaanbare kracht” die het mogelijk maakt de – absolute – onbeschikbaarheid van de burgerlijke staat te onderscheiden van zijn relatieve onveranderlijkheid. De rechtsonzekerheid als gevolg van uiteenlopende jurisprudentie zal de wetgever ertoe aanzetten eindelijk te overwegen een wet die naam waardig te maken.
De wet van 25 juni 2017
Het duurde twee jaar na de veroordeling door de VN, voordat een staatssecretaris voor gelijke kansen op een Vlaamse televisie verklaarde "dat het hoog tijd is om wetgeving in te voeren om eindelijk de mensenrechten van transgenders te respecteren".
Maar deze verklaring was slechts een aankondigingseffect, want in feite lag er sinds eind 2014, het jaar waarin België door de VN werd veroordeeld, een wet in het parlement. Het is aan het begin van de zittingsperiode van 2016 dat de tekst van de opgestelde wet zal worden besproken in de commissie Justitie en dat verenigingen die de rechten van transgenders verdedigen zullen worden uitgenodigd om afgevaardigden te sturen om hun mening en overwegingen over deze nieuwe tekst naar voren te brengen .
Een gunstige wind zal onze voorzitter in staat stellen op de hoogte te blijven van de evolutie van de debatten over deze wet. Zo zal er een briefwisseling plaatsvinden tussen haar en de toenmalige minister van Justitie. In haar brieven, die telkens een reactie kregen, zal een van de leiders van de groep proberen bepaalde bepalingen aan te passen of zelfs te schrappen, niet alleen op basis van haar ervaring in het veld in contact met transgenders, maar ook in haar hoedanigheid als voormalig officier van gerechtelijke politie.
Zo zal zij tot het einde van de debatten trachten de tussenkomst van het OM in de procedure te laten afschaffen, maar in het laatste antwoord van de minister zal zij mededelen dat deze tussenkomst is voorzien in het Burgerlijk Wetboek en verplicht is in geval van mogelijke verstoringen van de openbare orde. De niet tijdige tussenkomst van het parket in de procedure, door de personen die gebruik hebben gemaakt van de bepalingen van deze nieuwe wet te laten horen, zal bewijzen dat deze ambtenaar terecht deze bepaling wilde schrappen.
Taalkeuze
Terug naar het menu